VLIELAND – Bewoners van de aardgasvrij bedoelde wijk Duinwijck op Vlieland lopen anders dan beloofd toch enige financiële risico’s. Ook de gemeente die vooral als doorgeefluik van subsidies opereerde, draagt financiële risico’s.
Dat blijkt uit deelconclusies van een rekenkameronderzoek naar Duinwijck Gasvrij. Die wijk fungeerde landelijk als een proeftuin voor aardgasvrije wijken. 38 woningen zijn er op een ondergronds oud warmtenet van de vroegere energieleverancier Nuon aangesloten, waarin in de zomer met zonnecollectoren 2 miljoen liter water wordt opgewarmd. Met dat water moeten in de winter de woningen worden verwarmd.
Duinwijck behoorde in 2018 tot de eerste 27 wijken in Nederland die subsidie kregen uit het Programma Aardgasvrije wijken. Maar aardgasvrij is Duinwijck bijna zeven jaar later nog steeds niet. Het systeem functioneert, maar niet zo energie-efficiënt als bedoeld: de energieprestatie blijft achter bij de verwachtingen, schrijft de rekenkamer. Onder meer een gasketel is nog altijd nodig als back-up.
De woningen in de Duinwijck zijn dus niet CO2-neutraal, maar conclusies daarover sluit de rekenkamer niet. In hoeverre het systeem werkt moet de komende jaren nog blijken. Het systeem is operationeel, maar nog niet volledig opgeleverd. De rekenkamer heeft vooral gekeken hoe de besluitvorming tot stand is gekomen en hoe van dit project geleerd kan worden.
Het rekenkameronderzoek is tussen mei en december 2024 uitgevoerd, maar levert weinig nieuwe inzichten op over hoe het systeem de laatste twee jaar draait. Ook financieel en bestuurlijk staat de boel rond Duinwijck Warmte BV stil: aan de jaarrekeningen over 2022 en 2023 wordt nog gewerkt.
Het project heeft zoals bekend veel onvoorziene tegenslagen gehad. Materiaal arriveerde te laat door een schip dat vastzat in het Suez-kanaal, een faillissement van de aannemer eind 2022, de corona-pandemie en buitensporig veel neerslag. Dat alles zorgde voor vertraging en prijsstijging in de bouw.
‘Steeds een crisissituatie’
Desalniettemin had bij een goede risicoanalyse vooraf wel al een beeld kunnen zijn van de mogelijke gevolgen van dergelijke tegenslagen en mogelijke oplossingen ervoor, concludeert de rekenkamer. ‘Nu ontbrak dat beeld, en veroorzaakten de tegenslagen steeds een crisissituatie rond het project.’
Dat partijen als Urgenda, WoonFriesland en Nuon zich achter het project schaarden, gaf vertrouwen. Uit het rapport kan worden opgemaakt dat er vanuit de gemeente en de bewoners veel vanuit enthousiasme is gereageerd en dat het project (te veel) leunde op een kleine groep mensen, onder wie onbetaalde vrijwilligers en inwoners. ‘Dat verdient veel waardering’, vindt de rekenkamer tegelijk. ‘Het is een voorbeeld van hoe burgerparticipatie in de praktijk tot stand komt en levert lessen op voor experimenten elders.’
Risico’s
Voor het project werd in eerste instantie ruim 1,1 miljoen euro begroot, waarvan bijna twee derde deel aan rijkssubsidie. Daar kwam later 4 ton extra rijkssubsidie bij. Bovendien kreeg de bv waar de coöperatie onder viel het warmtenet en ketelhuis ter waarde van zo’n 360.000 euro ‘om niet’ van Nuon, het latere Vattenfall. Om het project niet te laten sneuvelen zegde de gemeente al voor 240.000 euro aan leningen en bijdragen toe.
De gemeente loopt het risico dat de bv die leningen niet terug kan betalen. Daarnaast kunnen projectrisico’s bij de bouw doorlekken naar de exploitatie, waarvoor de wijkbewoners in beginsel opdraaien. ‘Daarmee is niet voldaan aan de belofte dat de bewoners geen financieel risico zouden dragen’, concludeert de rekenkamer.
<LC.29.01.2025>