De Jonge wil meer grootschalige woningbouw

De Jonge wil meer grootschalige woningbouw

Met een hoge rente en een gebrek aan stikstofruimte en personeel is het al moeilijk genoeg om tot en met 2030 een klein miljoen woningen te bouwen. Maar de opgave blijft daarna onveranderd groot, verwacht demissionair woonminister Hugo de Jonge. Hij wil daarom meer inzetten op grootschalige woningbouw.

Ondanks de val van het kabinet en de nog korte periode die Hugo de Jonge als minister resteert, heeft hij ook al concrete ideeën over hoe zijn (verre) opvolgers het toekomstige woningtekort te lijf moeten gaan. De CDA-bewindsman wil meer inzetten op grootschalige woningbouw. Die is nu nog verantwoordelijk voor zo’n 30 procent van de nieuwbouw. „Ik zou ernaartoe willen dat dat meer dan de helft wordt”, vertelt De Jonge aan De Telegraaf .

Het is volgens de CDA-bewindsman ook nodig door de onstuimige bevolkingsgroei in de komende decennia. ‘De groei die we nu hebben’ is volgens De Jonge ‘niet hanteerbaar’ op het gebied van woningbouw. De minister zegt al langer dat er niet valt op te bouwen tegen de bevolkingsgroei. Maar ook als daar grip op komt, is de opdracht volgens hem nog enorm.

De Jonge ziet twee manieren om dat tegemoet te treden. Vorig jaar wees de CDA’er samen met minister Mark Harbers (Infrastructuur) al 17 locaties aan waarop tot en met 2030 bijna 300.000 woningen gebouwd moeten worden. De woonminister denkt dat er op al die plekken na 2030 nog een schepje bovenop kan, waardoor er op dezelfde locaties nog eens zo’n 330.000 woningen kunnen verrijzen.

Daarnaast wil hij een aantal nieuwe locaties aanwijzen voor grootschalige woningbouw na 2030. De Jonge denkt aan het gebied tussen Groningen en Assen (en eventueel verder Drenthe in richting Emmen), Twente, de regio Eindhoven, Zuid-Limburg en de Gelderse Stedendriehoek van Zutphen, Deventer en Apeldoorn. De definitieve knoop wordt richting de zomer definitief doorgehakt.

Daar zitten bewust geen plekken in Utrecht, Noord- en Zuid-Holland tussen, zegt De Jonge. „De afgelopen tientallen jaren is het adagium geweest dat je sterk moet maken wat al sterk is”, wijst hij op de Randstad. „We hebben de regio’s tekortgedaan, we willen nu sterk maken wat sterk moet worden.”

De teksten van De Jonge doen wel erg veel denken aan de boodschap waar zijn eigen partij in campagnetijd mee de boer op gaat. Spreken we hier eigenlijk met de minister voor Volkshuisvesting of een CDA-campagnevoerder? Het is nog breder, zegt De Jonge zelf. „Het zijn ook nog eens de twee portefeuilles die ik combineer”, wijst hij op het ministerschap van Binnenlandse Zaken dat hij bestiert sinds zijn partijgenoot Hanke Bruins Slot de overstap naar Buitenlandse Zaken maakte. In die rol is hij verantwoordelijk voor de verbinding met de regio. „En ik ontken niet dat dit een opvatting is die ook door mijn eigen partij naar voren wordt gebracht.”

Het is overigens geen gegeven dat mensen daadwerkelijk in de door De Jonge bekeken regio’s willen gaan wonen. Dat gaat ‘niet vanzelf’, erkent hij. Zo is er bijvoorbeeld betere infrastructuur nodig in de regio’s. En er moet ook werkgelegenheid in de buurt zijn, weet De Jonge. „Anders ben je nieuwe forensenstromen aan het organiseren.”

<LC 17 oktober 2023>

Deel dit bericht :