De Dienst Toeslagen zit in z’n maag met misbruik. De uitvoerder vecht daarbij met één hand op de rug, want na de toeslagenaffaire wil de dienst vooral geen bullebak zijn. Een onmogelijk dilemma.
De Belastingdienst is na de toeslagenaffaire schuldig in het oog van de buitenwereld, ontwapend en druk doende zichzelf opnieuw uit te vinden.
Tijdens de affaire had de afdeling bij de Belastingdienst die verantwoordelijk was voor de toeslagen 900 vooral laagbetaalde medewerkers. De Dienst Toeslagen, opgericht in 2021, heeft nu voor het uitkeren en controleren van toeslagen 1500 mensen, merendeels hogeropgeleiden. Die volgen niet langer louter instructies op, maar moeten regels en wetten naar eigen inzicht kunnen uitleggen en oprekken. Ze moeten ’tot het gaatje gaan’ om problemen voor de burger op te lossen. De ’burger centraal’ is het mantra, ’ieder krijgt waar hij recht op heeft’ de belofte.
Maatwerk én massaproductie
Een rondgang langs bestuurders en werknemers schept een beeld van een dienst vol dilemma’s. Ze moet maatwerk leveren én massaproductie. Ze moet klantvriendelijk zijn, maar toch ook streng in het toepassen van de regels.
Aan de ene kant zijn die regels soms nog steeds star. Zoals bij de huurtoeslag. Die wordt bijvoorbeeld geweigerd, verlaagd of teruggevorderd als er mensen op een adres staan ingeschreven die er niet wonen, ook al kan de hoofdhuurder daar niks aan doen. „De aanvrager staat machteloos”, vertelt een medewerker. „Contact opnemen met de niet-woonachtigen mogen we niet vanwege de privacywet.”
Of neem een moeder met meerdere kinderen die het huis uitgaan zonder zich bij moeder uit te schrijven. Vaak is er een familieruzie. Pas na uitvoerig adresonderzoek kan de gemeente die uitwonende kinderen uitschrijven, maar dan moet de moeder wel alle huurtoeslag terugbetalen. Het probleem speelt des te meer nu vanwege de woningnood meer mensen bij elkaar intrekken. Dat heeft meteen gevolgen voor de hoogte van iemands toeslagen.
De Dienst Toeslagen wil mensen niet meer door de mangel halen, maar wordt tegelijkertijd geacht fouten op te sporen en fraude aan te pakken.
Aanhouding
Dat die fraude nog steeds plaatsvindt, bleek vorige week met de aanhouding van een 61-jarige man uit Dordrecht. De man wordt ervan verdacht geld te hebben verdiend door voor anderen toeslagen aan te vragen. Eerder meldde het kabinet aan de Tweede Kamer dat het van ’externe partijen’, waaronder beheerder Logius van de DigiD-app, meerdere signalen had ontvangen van ’misbruik van toeslagen in georganiseerd verband’.
Zo werden vanaf enkele IP-adressen meerdere DigiD’s gebruikt. Er zouden zo’n tweeduizend burgers bij betrokken zijn, vooral uit het buitenland, met name uit Bulgarije. Ook werden er online ’recepten’ gedeeld voor het ritselen van toeslagen vanuit het buitenland. Bovendien waren er meldingen van valse inschrijvingen bij gemeenten, valse huurcontracten en het aanvragen van toeslagen via tussenpersonen. Het eerste signaal werd al in oktober 2022 gemeld.
Dat er tot nu toe nog maar één aanhouding is verricht, heeft een reden. Om te beginnen heeft de Dienst Toeslagen nu veel minder middelen ter beschikking om fraude op te sporen dan vóór de toeslagenaffaire, die voor alle betrokkenen geldt als ’waterscheiding’. „De bevoegdheden die we toen hadden, die heeft bij wijze van spreken de geheime dienst niet eens”, zegt een bron bij de Belastingdienst. Ze gebruikte bijvoorbeeld anonieme accounts om sociale media af te struinen.
Individuele medewerkers mochten vrijelijk gegevens over belastingplichtigen met elkaar delen en zelf bestandjes samenstellen en ’daderprofielen’ opstellen.
Voor de toeslagenaffaire, tot maart 2020, gebruikte de dienst de zogeheten Fraudesignaleringsvoorziening (FSV). Dat was een applicatie die ’risicosignalen’ doorgaf aan medewerkers. Die konden risicovolle kenmerken toevoegen zoals afkomst, beroep, giften aan goede doelen en zelfs iemands seksuele geaardheid. Zo kwamen burgers op een zwarte lijst terecht, meestal zonder het zelf te weten.
Toeslagen terugbetalen
De gevolgen waren groot: ze werden als fraudeur aangemerkt terwijl ze dat niet waren, ze moesten toeslagen terugbetalen en kregen boetes opgelegd. Duizenden medewerkers van de Belastingdienst konden grasduinen in de lijst. „Het was één grote badkuip vol signalen waaruit alle medewerkers vrij konden scheppen”, schetst een betrokkene.
De Autoriteit Persoonsgegevens legde de Belastingdienst een boete op van 3,7 miljoen euro, de hoogste boete ooit voor een overheidsorgaan. „Het systeem wás ook niet goed”, zegt een betrokkene van de Belastingdienst. „Ook zonder toeslagenaffaire hadden we ermee moeten stoppen.”
Nadat de toeslagenaffaire aan het licht kwam en de FSV werd gestopt, ligt de opsporing van fraude nagenoeg stil. Signalen kwamen nog wel binnen, maar werden amper opgepakt. De Dienst Toeslagen is bezig met het ontwerpen van een nieuwe aanpak om fraude op te sporen – al mag dat niet meer zo heten; fraudedetectie heet nu ’intensief toezicht’. Dat nieuwe ’geborgde proces’ wil nog niet vlotten. „Je moet weten wat er met de informatie gebeurt. Je bent als verwerker verantwoordelijk”, zegt een betrokkene.
Gevolgen
Bij het opsporen van fraude moet de medewerker vooraf nauwgezet in kaart brengen wat de gevolgen van z’n handelen kunnen zijn. Is er risico op het schenden van de privacy? Schend ik hiermee de archiefwet? Is mijn opsporingsmiddel in verhouding tot wat ik probeer aan te tonen?
Ziet een medewerker bijvoorbeeld dat er iets mis is met de huurtoeslag, dan mag hij dat niet meenemen in zijn oordeel over iemands recht op zorgtoeslag. Zolang de nieuwe aanpak er nog niet is, zit er volgens het kabinet een ’rem’ op intensief toezicht.
De signalen van fouten die nog binnenkomen, kunnen nog steeds worden beoordeeld en ook de rechtmatigheid van een toeslag. Maar of iemand een fout met opzet heeft gemaakt en of de fout verwijtbaar was, kan de Dienst Toeslagen nu niet vaststellen. Het opleggen van een boete gebeurt sowieso niet.
Kindgebonden budget
Tegelijkertijd is het totaalbedrag aan toeslagen hoger dan ooit. Vorig jaar ontvingen 5,9 miljoen huishoudens voor zo’n 19 miljard euro aan toeslagen. Het totaalbedrag aan zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag, kindgebonden budget en huurtoeslag komt dit jaar uit op zo’n 20 miljard euro. Dat is 5 miljard méér dan 3 jaar geleden. Van de 20 miljard moet de Dienst Toeslagen achteraf zo’n 1,5 miljard terugvorderen, bijvoorbeeld omdat het inkomen te laag was opgegeven of omdat er minder uren kinderopvang waren afgenomen. In een kwart van de gevallen gaat het om meer dan 500 euro.
Het bedrag dat de Dienst Toeslagen niet kan terughalen, kan dit jaar weleens oplopen tot 300 miljoen euro.
Het zou beter zijn om te voorkomen dat het zo ver komt, zeggen betrokkenen. Alleen: dat kan niet. Toeslagen worden immers als voorschot uitgekeerd. Pas later wordt definitief vastgesteld of alles klopt. Dit systeem van controle achteraf, met mogelijk grote terugvorderingen, geldt nog steeds als de ’achilleshiel van het stelsel’.
Bedrag vorderen
Een burger die te veel toeslag ontvangt, mag niet zomaar worden gekort. Eerst komt er een brief, dan nog één, dan volgen er telefoontjes. Op dat moment heeft de betreffende burger al maanden te veel toeslagen ontvangen en is het terug te vorderen bedrag al behoorlijk hoog.
Een bestuurder geeft een voorbeeld van een man zonder kinderen die evengoed telkens weer kinderopvangtoeslag aanvraagt. Eenvoudig weigeren de aanvraag te behandelen op grond van zijn verleden als valsspeler? Mag niet. Als zijn aanvraag wordt afgewezen, laat hij de brief van het kabinet zien met de verklaring dat hij geen fraudeur is. De brief is verstuurd naar alle 35.000 erkend gedupeerden van de toeslagenaffaire. „Zo iemand gaat er evengoed met een paar maanden toeslag vandoor.”
Na de toeslagenaffaire stuurde NSC van Pieter Omtzigt erop aan dat de Dienst Toeslagen altijd bereikbaar moet zijn. Toch is de bereikbaarheid van de dienst, piekmomenten daargelaten, het probleem niet. Het probleem is dat er nog altijd zo’n 200.000 ontvangers van toeslagen niet bereikbaar zijn nadat bijvoorbeeld is gebleken dat hun inkomen hoger is dan opgegeven. Ze maken geen post open, reageren niet op brieven, nemen de telefoon niet op. Het gevolg: grote terugvorderingen, geldproblemen.
Afgelopen jaar heeft van de ouders die bericht kregen dat ze te veel uren kinderopvang hadden opgegeven, twee derde z’n aanvraag niet aangepast. Na een melding dat die hoger was dan opgegeven, hield driekwart z’n aanvraag toch in stand. De Dienst ziet de geldproblemen voor de burger al opdoemen, maar ingrijpen kan niet zomaar.
Voor deze groep gaat de Dienst Toeslagen deze maand iets nieuws proberen. Ze gaat zelf tussentijds de hoogte van de toeslagen naar beneden bijstellen als het inkomen of het eigen vermogen hoger is dan opgegeven. Dat doet de dienst bij wijze van proef onder 12.000 ontvangers van toeslagen die niet reageren op verzoeken om gegevens aan te passen. Het gaat om een bijstelling van een paar procent. Het moet grote terugvorderingen voorkomen. Bovendien is de hoop dat de burger die tot dan toe stommetje speelt wél reageert.
Het is een waagstuk, erkent een betrokkene. „We proberen het goed te doen voor de burger, maar we worden juist afgerekend op iets wat we allang niet meer zijn.”
Zwarte bladzijde
De toeslagenaffaire kwam in 2017 aan het licht en is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de fiscus. Duizenden burgers werden hierbij foutief aangemerkt als fraudeurs die onterecht kinderopvangtoeslag ontvingen. Zij moesten vervolgens soms wel tienduizenden euro’s terugbetalen, met veel financieel en persoonlijk leed tot gevolg. Zo’n 270.000 burgers stonden bovendien op een ’zwarte lijst’, een bestand met namen van mogelijke fraudeurs, waarvan het kabinet later toegaf dat hierbij sprake was van institutioneel racisme. Die lijst was voor tal van medewerkers van de Belastingdienst inzichtelijk. De hersteloperatie van de toeslagenaffaire is nog altijd bezig en kost vele miljarden euro’s
<LC.07.08.2024>