LEEUWARDEN – Het lukt de Friese gemeenten nog niet om de achterstand in het huisvesten van statushouders goed te maken. Sterker nog: de achterstand groeit. Dat blijkt uit cijfers van de overheid.
Dit jaar moeten de gemeenten in Fryslân woonruimte voor 1326 statushouders beschikbaar stellen. Dat is fors minder dan vorig jaar toen er voor 1806 mensen huisvesting moest worden geleverd. Wat overigens niet lukte: voor 379 statushouders werd er niets gevonden. Dat aantal wordt opgeteld bij de opgave voor 2024 waarmee er dus in totaal woonruimten moet worden geleverd aan 1705 statushouders.
Halverwege het jaar, op 1 juli, lukte het de gemeenten om 669 mensen te huisvesten. Dat is minder dan de opdracht voor het eerste half jaar, namelijk 694. De achterstand loopt dus iets op, in plaats van kleiner te worden, nog los van de achterstand uit 2023 die bij de opdracht voor dit jaar moet worden opgeteld.
Inhaalslag
Uit de cijfers van de overheid blijkt dat de gemeente Noardeast-Fryslân een flinke inhaalslag heeft gemaakt. Die gemeente kreeg in 2023 nog een tik op de vingers van gedeputeerde Sijbe Knol. Noardeast-Fryslân haalde niet alleen de gewenste aantallen niet, er was ook geen plan om de achterstand in te halen. Uit de meest recente cijfers blijkt dat Noardeast-Fryslân in het eerste half jaar 76 statushouders wist te huisvesten.
Ook Leeuwarden ‘leverde’. De achterstand van de hoofdstad was groot, eind vorig jaar. Maar onder meer door de oplevering van flexwoningen op het Brada-terrein begin dit jaar, kregen180 statushouders in de eerste zes maanden een woonplek.
Súdwest-Fryslân is een van de gemeenten die nog flink aan de bak moeten. De gemeente begon met een achterstand uit 2023 aan het nieuwe jaar, er moeten 226 statushouders gehuisvest worden. Dat lukte voor 74 van hen tijdens de eerste zes maanden. In juli kregen nog 3 een huis waardoor er nu nog 149 statushouders wachten op een plek.
Plan
Waar gedeputeerde Sijbe Knol vorig jaar van Noardeast-Fryslân op korte termijn een plan eiste om alsnog voldoende statushouders te huisvesten, slaat de provincie nu een andere toon aan. Op vragen aan verantwoordelijk gedeputeerde Abel Kooistra (die op vakantie is) komt een antwoord vanuit de ambtenarij. Daarin schrijft de provincie: ‘de afgelopen anderhalf jaar huisvesten de gemeenten en de woningcorporaties meer statushouders dan in de voorgaande perioden, dit terwijl er sprake is van een krappe woningmarkt. Vanuit onze toezichthoudende rol hebben wij gesprekken met de gemeenten die achterlopen op de taakstelling. Naast huisvesting in de reguliere woningvoorraad van de corporaties zijn er afgelopen anderhalf jaar ook nieuwe vormen van huisvesting gerealiseerd door gemeenten zoals flexwoningen en/of gemeentelijke doorstroomlocaties’.
Met dit antwoord gaat de provincie, die een vergelijking maakt met de periode voor 2023, niet in op het feit dat én de taakstelling voor het eerste half jaar niet gehaald is, én de achterstand van vorig jaar onveranderd groot is en daarmee de totale achterstand dus gegroeid is.
Het gebrek aan doorstroming van statushouders die in een azc verblijven, is een van de oorzaken voor de problemen in de opvang van vluchtelingen. In de opvang van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers verblijven een kleine 70.000 mensen. Van hen zijn er bijna 20.000 statushouder.
<FD.05.09.2024>