Huurdersvereniging Friesland

Bel ONS

058 – 216 5457

‘Instant-woning past niet in plan’

De kant-en-klare huizen zijn wel geschikt voor tijdelijke huisvesting

Kant-en-klare woningen uit de fabriek zijn niet echt een oplossing voor de wooncrisis. Dat blijkt uit een onderzoek van het Economisch Insti- tuut voor de Bouw (EIB) naar industrieel bouwen. Bij simpeler bouwlocaties kan het concept wel uit.

Volgens het EIB wordt met maatregelen als woning-splitsing, flexwoningen en kant-en-klare woningen wel iets gedaan, maar dit zet geen zoden aan de dijk in de overgereguleerde woningmarkt waar sprake is van een enorm tekort. „Voor kleine projecten zijn de kant-en klaarwoningen niet geschikt, maar ook niet voor hoogbouw in de steden. Projectontwikkelaars zoeken daarnaast naar een specifieke uitstraling van woningen om bepaalde doelgroepen te trekken. Bovendien hebben gemeenten ook eisen. Het laat zich lang niet altijd inpassen”, zegt directeur Taco van Hoek van het EIB in een interview naar aanleiding van het onderzoek. Daaruit blijkt dat slechts 15 procent van de jaarlijkse gewenste 100.000 huizen uit de fabriek kan komen, terwijl de minister had gerekend op 50 procent.

De kant-en-klare huizen zijn wel geschikt voor tijdelijke huisvesting, maar ook daar loopt het niet storm. Onlangs bestelden woningcorporaties 8000 stuks. „Maar dan volgt een groter probleem: waar zet je ze neer? Sommige buurten komen in opstand als ze ineens tijdelijke woningen voor hun neus krijgen die een heel andere uitstraling hebben dan normale woningen. Het betekent niet dat tijdelijke woningen in bepaalde situaties niet gewenst kunnen zijn, maar opnieuw moet worden vastgesteld dat dit niet de oplossing voor de woningnood gaat opleveren”, zegt Van Hoek.

Uit het EIB-onderzoek blijkt dat de woningen uit de fabriek maximaal 8 procent goedkoper zijn dan normale bouw, vanwege lagere ontwerpkosten en omdat er minder handjes nodig zijn. De bouwtijd wordt met een jaar verkort. Dat lijkt positief, maar het probleem zit hem in het proces daarvoor, omdat het jaren duurt om de vergunningen te regelen.

De minister heeft wel ‘woondeals’ afgesproken met provincies voor 900.000 woningen. Die moeten nu ‘concreet’ worden, anders blijven het ‘papieren tijgers’, aldus Van Hoek. Deze woningen zijn gepland op lastige locaties, vaak in binnensteden, waardoor het nog jaren gaat duren voordat daar gebouwd kan worden omdat er bijvoorbeeld nog wegen of spoor naar toe moet. „Woningen uit de fabriek zijn zoals gezegd niet geschikt als er hoger gebouwd moet worden. De sleutel om de wooncrisis vlot te trekken ligt bij de beschikbaarheid van eenvoudig te ontwikkelen en te exploiteren locaties. Rondom vele steden en dorpen is nog ruimte voor uitbreiding middels een ’straatje erbij’ bouwen. Maar al vele jaren probeert men de wooncrisis buiten de ruimtelijke ordening om op te lossen, en dat lukt steeds niet”, aldus Van Hoek.

Er worden dan ingrepen gedaan om de wooncrisis te bestrijden op basis van mythes. Zo worden beleggers geweerd omdat ze betaalbare huisvesting in de weg zouden zitten. „In werkelijkheid zijn deze partijen alleen intermediairs die niet alleen kopen maar vervolgens ook weer verkopen of verhuren. Er wordt per saldo geen enkele woning onttrokken en zelfs wordt door splitsing en toevoeging van vierkante meters vaak juist extra aanbod gerealiseerd”, zegt Van Hoek.

Veel aannemers investeerden miljoenen in gerobotiseerde fabrieken. Zijn die investeringen dan voor niets geweest? „Het aantal van 15.000 woningen per jaar valt in totaal misschien wat tegen, maar voor de fabrieken die in deze ontwikkeling voorop lopen, biedt het een interessant potentieel. Dat industrieel bouwen nodig is vanwege een tekort aan mankracht in de bouw is ook weer beeldvorming en niet op feiten gebaseerd.”

Volgens Van Hoek leiden de mythes af van de kern. De doorstroming in de woningmarkt is volgens hem alleen op gang te brengen door een divers aanbod. „Er is grond nodig voor goede locaties. Soms wijkjes voor de middenklasse met kinderen, soms huisvesting voor ouderen die graag in een dorp willen blijven wonen, soms tijdelijke woningen en vooral goede woningen.”

Deel dit bericht :