Huurdersvereniging Friesland

Bel ONS

058 – 216 5457

Nieuwbouw in Friesland: kleiner en meer buiten kern

Harlingen ,,Als we doen wat we deden, krijgen we wat we hadden en blijft er ook in Friesland sprake van woningnood”, verklaart wethouder Erik de Groot uit Harlingen. ,,We moeten dus meer in kansen denken en minder in bedreigingen.”

‘Het moet anders en daarbij helpt de koerswijziging van de provincie zeer’

Alle Friese wethouders met wonen in de portefeuille ondertekenden vorige week in Harlingen de woningbouwdeals met woonminister Hugo de Jonge (CDA). Ze deden dat per woonregio en de aantallen tellen op tot ruim 17.500 nieuwe woningen in 2030. ,,We wilden uitstralen dat we er voor gaan. Daarom waren we met zijn allen van de partij. Het is niet makkelijk, rete-complex zelfs, maar we moeten er alles aan doen om de woningnood ook in onze provincie op te lossen”, zegt Erik de Groot (PvdA). Hij is sinds medio 2020 wethouder in Harlingen en sinds september vorig jaar voorzitter van de commissie ruimte & wonen van de Vereniging van Friese gemeenten.

Op het eerste gezicht lijkt de bouw van 17.500 nieuwe woningen van 2022 tot en met 2030 geen al te grote opgave. In 2021 en 2022 kwamen er in de provincie respectievelijk 1900 en 2300 woningen bij. Als die trend doorzet, wordt het toegezegde aantal makkelijk gehaald.

Wie echter inzoomt op de cijfers, moet concluderen dat de opgave toch een ingewikkelde kan worden. Immers, bij slechts 7210 woningen is sprake van een zogenaamde harde planopgave. Dat zijn de vastgestelde bestemmingsplannen voor woningbouw. Voor ruim 10.000 woningen is die bestemming er nog niet.

En dan is het maar de vraag of 2030 haalbaar is. De periode tussen de zoektocht naar een woonlocatie en de oplevering van woningen kan in ons land zo maar tien jaar of meer bedragen. Vooral na het ter inzage leggen van een bestemmingsplanwijziging kunnen bezwaarmakers de bouw enorm vertragen. ,,We ervaren dat in Harlingen ook aan den lijve bij een mooi bouwplan in de stad. Iedereen vindt het een verrijking, maar een bezwaarmaker niet. Terwijl normaliter in een democratie de meerderheid bepaalt, is daar in de bouw geen sprake van. Door dat rekken, ziet een woningcorporatie of een bouwbedrijf zijn kosten stijgen en moet een bouwplan aangepast worden of gaat het niet door. Dat kost betrokkenen veel geld. Persoonlijk zit me dat enorm dwars, maar bij wet is het zo geregeld en voor die is aangepast, zijn we nog veel verder in de tijd.”

Af en toe borrelt de gedachte bij De Groot op om ondanks een bezwaar gewoon maar te gaan bouwen. ,,En ja, de gemeente moet dan misschien een bouwstop opleggen maar als we die vervolgens niet gaan handhaven, omdat we anders het belang van oudere en jongere woningzoekenden schaden…”

Terug naar de realiteit. De Groot; ,,Als we doen wat we deden, dan halen we het dus niet. Het moet dus anders en daarbij helpt de koerswijziging van de provincie zeer.” Die wijziging houdt in dat de provincie het bouwen buiten de kleine kernen makkelijker heeft gemaakt.

Stond Fryslân tot voor kort alleen inbreiding toe ter bescherming van het landelijke groen, tegenwoordig staat de provincie veel positiever tegenover dorpsuitbreidingen. ,,Daardoor ontstaat er een ruimer aanbod van kansrijke bouwlocaties”, aldus de Harlinger wethouder. ,,Daar komt bij dat je op een naastgelegen weiland in kleinere dorpen sneller en passend bij de behoefte van het dorp kunt bouwen dan op een inbreidingslocatie. Helemaal als we inzetten op prefab-bouwen, biobased bouwmaterialen en innovatie. Dat bouwt niet alleen sneller, ook onze vergunningverlening verloopt dan vlotter.”

Een belangrijke oorzaak van de woningnood is de betaalbaarheid. Jongvolwassenen blijven bij hun ouders wonen, omdat ze een nieuwe woning niet kunnen betalen. Om die reden is landelijk afgesproken dat twee derde van de gebouwde huizen een sociale huurwoning of een betaalbare koopwoning (tot 355.000) moet zijn.

De betaalbaarheid is te verbeteren door uniformer of kleiner te bouwen of door als gemeente genoegen te nemen met geringere grondinkomsten. Desalniettemin blijft het betaalbaarheidsprobleem bovengemiddeld spelen in Friesland. De bouwlocaties zijn kleiner waardoor ook de onrendabele top hoger is. Minister De Jonge heeft daar begrip voor, zo liet hij vorige week in Harlingen weten. Als de Friese woonregio’s meerdere kleine projecten gezamenlijk indienen, komen ze ook in aanmerking voor de zogenaamde Haagse woningbouw-impulsgelden. De Groot rekent voor dat het voor Friesland om een bedrag van zo’n 25 miljoen euro gaat.

Impulsgelden zijn waarschijnlijk ook nodig vanwege de lagere lonen in Friesland. De Friese gemeenten hopen begin volgend jaar met een eigen definitie te komen van die Friese betaalbaarheid. Het verschil tussen de totale bouwkosten (aankoop, grondkosten, materiaal en infrastructuur) en die Friese betaalbaarheid geeft een financieel tekort dat eventueel (deels) met Haags geld bijgepast moet worden.

,,Nogmaals”, besluit De Groot, ,,het wordt een rete-complexe opgave. Maar het toegezegde aantal niet halen, is geen optie. Ik ben ook hoopvol gezien de nieuwe wind die er straks gaat waaien op het provinsjehûs. De beoogde coalitie van BBB, PvdA, CDA en ChristenUnie bestaat grotendeels uit jonge politici en bestuurders. Die denken minder in bedreigingen en meer in kansen en samen de schouders eronder.’’


<LC 30 april 2023>

Deel dit bericht :